Bepalende factoren

Het nationale programma voor het cholesterolgehalte in de Verenigde Staten wijst erop dat er een grote verscheidenheid aan situaties is die het cholesterolgehalte kunnen beïnvloeden. Daarom raadt het aan te weten wat we kunnen doen om het te verbeteren:

1. Dieet. Verzadigde vetten en cholesterol in voedingsmiddelen zorgen ervoor dat het cholesterolgehalte in het bloed stijgt. Verzadigd vet is de hoofdschuldige, maar cholesterol is ook belangrijk in maaltijden.

2. Gewicht. Overgewicht is een risicofactor voor hartziekten en heeft de neiging om uw cholesterol te verhogen. Afvallen helpt om de niveaus van totaal cholesterol en LDL (slechte cholesterol) te verlagen, evenals om uw HDL (goede cholesterol) niveaus te verhogen en uw triglycerideniveaus te verlagen.

3. Fysieke activiteit Regelmatige lichaamsbeweging helpt de LDL-waarden te verlagen en de HDL-niveaus te verhogen. Het helpt je ook om af te vallen.

 

Bepalende factoren

1. Leeftijd en geslacht Naarmate mannen en vrouwen ouder worden, neemt het cholesterolgehalte toe. Vóór de menopauze hebben vrouwen een lager totaal cholesterolgehalte dan mannen van dezelfde leeftijd. Na de menopauze nemen de LDL-niveaus van vrouwen vaak toe.

2. Erfenis Genen bepalen voor een deel hoeveel cholesterol je lichaam produceert. Hoog cholesterolgehalte in het bloed kan zich verspreiden in families.

 

Risico op een hartaanval

Hoe hoger het LDL-gehalte, hoe meer risicofactoren u hebt en hoe groter de kans op het ontwikkelen van een hartaandoening of een hartaanval.


Sommige mensen hebben een hoog risico op hartaandoeningen, omdat ze diabetes hebben (wat een sterke risicofactor is).